Gilde St. Lambertus

Someren - Eind

Koning 2023

Mario Bouwmans

Koningschieten van 1896 tot 2017

 

 Na de oprichting van Gilde St.Lambertus Schutterij Wilhelmina in 1895 werd voor de eerste keer Koning geschoten in 1896. Dat werd gedaan met een geweer van kaliber 9 mm. dat veel weg had van een kanon. De kogels voor dit geweer werden gegoten uit gesmolten lood, dat in een vorm werd gedaan en daarna moest afkoelen.    Vervolgens deed men met een maatbekertje buskruit in een koperen huls en plaatste daarop de loden kogel. Aan de achterkant zat in de huls een klein gaatje waarin het slaghoedje werd geplaatst. Dit alles was tamelijk bewerkelijk en daarom was men al dagen voor het koningschieten bezig met het maken van de munitie. Het buskruit was er in twee soorten: wit en zwart. Het witte was het duurste en daarom gebruikte men vaak zwart buskruit, wat als nadeel had dat bij het afgaan van het schot een zwarte rookpluim uit het geweer kwam.

 Als een schutter deze rook in zijn gezicht kreeg kwam er een zwarte veeg over zijn wang. Vaak zag je dan ook gildenbroeders als halve zwarte Pieten over het schutsterrein lopen. Zoals gezegd klonk het geweer bij het afgaan als ’n soort kanonschot en na ’n tiental schoten moest er even gewacht worden om het geweer te laten afkoelen, want de loop werd zo heet dat je hem niet meer kon vasthouden.    Omdat het kaliber van het geweer vrij zwaar was moest de koningsvogel uit degelijk materiaal gemaakt worden en dat gebeurde meestal uit een oude peelpuist of een oud stuk eikenhout. Ook daar was men al dagen van tevoren mee bezig.   De eerste Koning, in 1896 dus, was H. van Houts. Wie deze H. van Houts was is jammer genoeg niet meer bekend, maar waarschijnlijk kwam hij uit het oude “Eind” d.w.z. het gebied in de omgeving van ons huidig schietterrein. In dat jaar, en ook in de volgende jaren daarna, werd de traditie geboren rond ons Koningschieten.

Ieder Gilde heeft daarin een eigen traditie en tot op de dag van vandaag worden deze regels stipt in acht gehouden.